Interviews in Volkskrant en PO Raad
Flores Bestuurder Sylvia Veltmaat stond eind april met een interview in zowel de Volkskrant als in het nieuws over onderwijskwaliteit van de PO Raad.
Interview 22 april in de Volkskrant:
Kritische reacties op onderwijsplannen minister Wiersma: ‘Hij schiet in de reflex van controle en dwang’
Een fundamentele herijking. Zo noemde onderwijsminister Dennis Wiersma (VVD) de kabinetsplannen voor het basis- en voortgezet onderwijs, die hij afgelopen week presenteerde. Gaan die een einde maken aan de tanende onderwijskwaliteit? De Volkskrant peilde het bij vier schoolbestuurders en onderwijskenners.
De plannen van Wiersma
Minister Wiersma wil ‘glasheldere doelen’ formuleren waarop leerlingenprestaties worden beoordeeld en de Onderwijsinspectie daar actiever op laten toezien. Ook wil hij de lumpsum-gelden, waarbij scholen een jaarlijks budget naar eigen inzicht kunnen besteden aan materiaal en personeel, tegen het licht houden. Door die minder vrijblijvend te maken, kan hij scholen die ondermaats presteren sneller bijsturen. Bijvoorbeeld door ze te dwingen om wetenschappelijk bewezen lesmethoden te gebruiken. De rol van de overheid ten aanzien van het onderwijs moet, als het aan de minister ligt, veranderen van ‘afstandelijk’ naar ‘betrokken’. Dat is een forse trendbreuk met de afgelopen decennia, waarin vooral schoolbesturen sturend waren
Interview met Sylvia Veltmaat, voorzitter Flores Onderwijs, een schoolbestuur met 33 scholen in Arnhem en Renkum, een van de besturen die het Nederlands Kennis Curriculum ontwikkelt
‘We hebben inderdaad uitdagingen als onderwijs. We toetsen soms zonder te weten wat we meten of waarom we dat doen. En natuurlijk maken wij ons ook zorgen over de basisvaardigheden.
‘Maar de oplossing voor die problemen moet niet van buitenaf komen. Dat moeten we aan het vakmanschap van de leerkracht overlaten. Zoals het nu georganiseerd is, hebben leraren daar geen tijd voor.
‘Werken met bewezen methodes is geen garantie voor onderwijskwaliteit. Als je een bewezen methode volgt, maar niet op de goede manier of zonder goed naar de kinderen te kijken, dan ontbreken de randvoorwaarden om de methode te laten renderen alsnog.
‘Het is de vraag wat voor type leerkrachten wij in Nederland willen. Wil je van leerkrachten uitvoeringsinstanties maken? Of een professional met een zelfnormerend vermogen, die zelf bepaalt welke methode het meest geschikt is. Ik wil scholen waar dat tweede normaal is.
‘Het helpt om duidelijker voor ogen te hebben wat kinderen aan het eind van groep acht moeten weten. We zijn niet voor niets begonnen met het Nederlands Kennis Curriculum. De minister gaat uit van een te eenvoudige werkelijkheid, terwijl onderwijs juist heel complex is.’
Verder kwamen in het artikel aan woord:
Anko van Hoepen, bestuursvoorzitter SPO Utrecht, koepelorganisatie van 38 openbare scholen
Martijn Meeter, professor onderwijswetenschap aan de Vrije Universiteit. lid van de raad van toezicht van de Montessori Scholengemeenschap Amsterdam.
Machiel Karels, directeur van onderwijskundig kennisplatform Wij Leren
Het hele artikel leest u via de Volkskrant
Interview 24 april met PO Raad met de link naar het artikel over onderwijskwaliteit
Schoolbestuurder Sylvia Veltmaat: “We kunnen van een zes naar een acht”
Er is momenteel veel te doen rondom de basisvaardigheden. Maar wat kunnen schoolbesturen doen om de basisvaardigheden binnen hun schoolorganisatie te verstevigen? Over deze vraag heeft de adviesgroep basisvaardigheden, bestaande uit zeven leden van de PO-Raad, zich gebogen. Binnenkort verschijnt hun advies. Aan het woord Sylvia Veltmaat, bestuurder van Flores Onderwijs en voorzitter van de adviesgroep.
,,Onze adviesgroep is gestart naar aanleiding van de aandacht van minister Wiersma voor het versterken van de basisvaardigheden. Ondanks dat het geschetste beeld niet altijd terecht is, kunnen we ons uiteraard wel vinden in de onderliggende boodschap: steengoed onderwijs vormgeven”, zo trapt Veltmaat af.
,,Zo zien wij bijvoorbeeld dat data niet altijd goed geduid of geanalyseerd wordt. Ook plaatsen wij vraagtekens bij wat we nou precies toetsen bij de toetsen die we afnemen, laat staan hoe we die gebruiken.”
,,Wat valt ons op, waar hebben we het precies over en wat kunnen schoolbestuurders doen in het versterken van de basisvaardigheden? Deze vragen stonden centraal op onze vijf bijeenkomsten. Op twee bijeenkomsten hebben wij ons laten inspireren door wetenschappers op het vlak van taal en rekenen. Een van onze bevindingen is dat wanneer je de basisvaardigheden goed vorm wilt kunnen geven, je naar de brede ontwikkeling van het kind moet blijven kijken. Hetzelfde geldt voor integratie met andere vakken. Dit, en meer, vind je straks ook in ons advies.’’
Nooit blindelings een interventie volgen
,,Wanneer je het over onderwijskwaliteit hebt kun je niet om onderwijsonderzoek heen. Helaas zien we nog te vaak dat onderzoek onvoldoende aansluit bij de vragen uit de praktijk. Juist de praktijkvragen zijn nodig om het onderwijs te verbeteren. Het is dan ook belangrijk dat als onderwijsprofessionals tegen een vraag aanlopen, zij zich er bewust van zijn dat dit vaak een onderzoeksvraag is. Maar ook hier geldt: volg nooit blindelings een interventie en kijk altijd naar de context van de wijk, school en klas. Wat op de ene plek werkt, hoeft niet op de andere plek te werken. Onderwijs is maatwerk, het vraagt om aanpassingen en beredeneerde keuzes maken."
Veltmaat vult aan: ,,Goed sturen op onderwijskwaliteit is complex, het is zoveel meer dan alleen maar evidence-informed werken. Zoals Pedro de Bruyckere regelmatig zegt: ‘evidentie in het onderwijs is altijd een sterke aanwijzing’, dát is voor mij het mooie van werken in het onderwijs.”
Rol van schoolbesturen
,,Het is aan schoolbestuurders om een onderzoekende cultuur te stimuleren en de schoolteams goed toe te rusten. Maar ook om focus in de organisatie aan te brengen en de samenwerking met lerarenopleidingen en kennisinstellingen te versterken. Kortom, er is veel dat we zelf kunnen doen. Maar om hier echt werk van te maken hebben we ook iets nodig van anderen, bijvoorbeeld vanuit de politiek.”
Meer tijd en ruimte voor onderwijsprofessionals
,,Idealiter maken onderwijsprofessionals zelf hun eigen onderwijs waarbij de kwaliteit geborgd wordt door hun eigen normerend vermogen. Goed onderwijs is immers niet de methode goed uitvoeren en ook niet de juiste toetsen afnemen met de juiste resultaten. Ook hebben onderwijsprofessionals een belangrijke rol ten aanzien van het opleiden van hun toekomstige collega’s en het doen van onderzoek. Maar als we kijken naar het aantal lesgebonden uren, dan past dat onmogelijk. Terwijl je idealiter wil dat de leraar de regie krijgt op het curriculum, de doelen én de lessen.’’
,,Aan de andere kant zien we dat de politiek zich steeds meer begeeft tot op het niveau van de klas. Wat ons betreft is de school dé plek waar het moet gebeuren, dan moet je niet allerlei dingen van buitenaf invliegen. Zo’n basisteam bijvoorbeeld, dat zie ik echt als een kortetermijninterventie. Het kan best helpen om tijdelijk je resultaten op niveau te krijgen, maar als je het duurzaam wilt maken zul je moeten investeren in het schoolteam.’’
Samen tot betere oplossingen en interventies komen
,,Ook als vereniging kunnen we meer agenderend zijn en beter uitleggen waar we mee bezig zijn en wat ons niet lukt breder delen. Zo ben ik apetrots op wat ik binnen mijn scholen zie gebeuren, maar tegelijkertijd zie ik ook wat beter kan. Ik vind dat we elkaar best vaker feedback mogen geven of om hulp vragen. Dit begint bij het besef dat leren iets anders is dan presteren.’’,,Als sector hebben wij er baat bij om het leren van en met elkaar centraal te stellen. Zowel binnen de vereniging als met partners die bijdragen aan de collectieve onderwijskwaliteit. Denk bijvoorbeeld aan de kinderopvang, opleidingen, gemeenten en vakbonden.“
“Wat hebben wij van elkaar nodig om kinderen tot volle ontwikkeling te brengen en hoe kunnen we daar samen voor zorgen? Dit gesprek helpt ons om steeds beter te begrijpen wat er nodig is om samen de goede dingen te doen. Niet alleen tussen bestuurders, maar ook juist met partners en andere onderwijsprofessionals. Zo kom je tot betere oplossingen en interventies”, aldus Veltmaat.
Vooruitblik op het advies
,,Wat schoolbesturen hopelijk met ons advies gaan doen? Allereerst dat zij zichzelf de vraag stellen wat zij anders kunnen doen rondom de basisvaardigheden. Ook hopen wij dat het handvatten biedt om goed naar de eigen organisatie te kijken en hoe dingen vormgegeven kunnen worden in relatie tot schoolleiders en teams. Natuurlijk weten we al een heleboel maar de kunst is om het in je scholen terecht te krijgen tot op de driehoek ouder, leraar en kind.”
Van een zes naar een acht
,,Samen kunnen we beter onderwijs mogelijk maken. Hiervoor is het belangrijk om onze professionals, vanuit hun eigen normerend vermogen, meer ruimte en tijd te geven. Ook moeten we als sector kritischer kijken naar toetsen en methodes. Wanneer we deze strikt blijven volgen worden we een uitvoeringsorganisatie die niet zelf haar kwaliteit in stand houdt.’’
,,Ik roep wel vaker dat we van een zes naar een acht kunnen en merk dat dit niet overal even goed valt. Ik bedoel dit overigens niet als een diskwalificatie al wordt dit soms wel zo beleefd. Het is niemands schuld en bedoeling maar wel een constatering die wat mij betreft vraagt om verandering. Zoals McKinsey in 2020 al concludeerde wordt het onderwijs zo bekostigd en vormgegeven dat slechts aan de minimumeisen kan worden voldaan.’’
,,Kortom: schoolbestuurders, opleidingen, politiek en partners. Allemaal zijn we aan zet om steengoed onderwijs te realiseren. Dát gun ik alle kinderen en onze onderwijsprofessionals.”