Blog | Sylvia Veltmaat | WHY Kunst van het maken
Dinsdag 14 november sprak ik kort tijdens de opening van het symposium 'Kunst van het maken' bij Rozet. Dit was tijdens de internationale week van het onderwijs. De voorbereidingen leverden een tekst waar nu deze blog van gemaakt is.
Wat maakt het zo belangrijk de kunst van het maken een plek te geven in ons funderend onderwijs?
We hebben, denk ik, allemaal de ervaring hoe bevredigend het is wanneer je iets met je handen of lijf gemaakt hebt. Of het nou een collage is, een dans, een zelfgebreide trui, muziek of kast. In de filosofie van de Homo Faber zijn alle mensen wezens met een aangeboren drang tot arbeid en creativiteit. Dat blijkt wat mij betreft keer op keer. Deze ervaring gun ik elk mens en zeker elk kind.
Redenen om wel ruimte te maken voor maakonderwijs
In onze huidige samenleving en binnen onze scholen is het niet meer vanzelfsprekend dat we deze ervaring opdoen. In mijn PO tijd hadden we een handvaardigheidslokaal waar we konden timmeren, zagen en ook leerde borduren. Scholen worden zo niet meer gebouwd. Het is een bewuste keuze van een team om zoiets wel mogelijk te maken. Teams die er budget en ruimte voor vrij maken binnen de toch beperkte financiële ruimte en educatieve vierkante meters. Er is echter, naast bovengenoemde mensontwikkeling, alle reden om dit wel te doen.
De eerste reden heeft te maken met het effect op het leren en de ontwikkeling van kinderen. We weten uit onderzoek wat de kunst van het maken met kinderen doet:
-
het zorgt ervoor dat kinderen hun talenten ontdekken;
-
leert kinderen vragen te stellen;
-
leert kinderen ingewikkelde vragen te doorgronden;
-
laat kinderen hun eigen ontwikkeling begrijpen;
-
leert kinderen op hun eigen leren te reflecteren;
-
leert kinderen creatieve of alternatieve oplossingen te verzinnen;
-
het voegt een betekenisvolle context toe aan het leren van basisvaardigheden als rekenen, taal en spellen;
-
creëert een positieve houding t.o.v. onderzoeken en ontwerpen;
-
biedt uitdaging voor zowel meer- en hoogbegaafde als praktisch ingestelde kinderen;
-
daagt kinderen met verschillende talenten en niveaus uit om samen te werken en van elkaar te leren met effect dat het VMBO ook als een talentvolle opleiding wordt gezien;
-
het laat PO en VO leerlingen kennis maken met techniekonderwijs met als bijkomend doel meer leerlingen naar techniekonderwijs te laten gaan en daardoor meer mensen in de techniek (belang van de arbeidsmarkt).
Door dit type onderwijs ontwikkelen kinderen doorlopend vaardigheden als creatief en kritisch denken, problemen oplossen en samenwerken, mits gekoppeld aan een helder schoolcurriculum, duidelijke doelen. Daarover dadelijk meer. Heel wezenlijk is dat alle kinderen door dit onderwijs groeien en stralen.
Dan de tweede reden: de onderwijsprofessionals zelf. In de afgelopen jaren heb ik geleerd hoezeer het vak van leerkracht een ambacht is. Het is super ingewikkeld én prachtig. Lesgeven en zelf onderwijs maken zijn m.i. de essentie van het werk, ook al is er, dat realiseer ik me, weinig tijd. Die beperkte tijd heeft gemaakt dat veel leerkrachten zijn gaan denken dat een methode goed uitvoeren en de goede toetsresultaten behalen goed onderwijs is. De wetenschap laat ons keer op keer zien dat dit niet waar is. Het vakmanschap van een leerkracht zit in het zelf normerende vermogen van de leerkracht: individueel én samen. De impact op leren en ontwikkeling van kinderen van een team zit in wat binnen de literatuur ‘total teacher efficacy’ wordt genoemd. Total teacher efficacy kan worden omschreven als de perceptie van onderwijsprofessionals in een school dat zij met elkaar het onderwijs zodanig kunnen organiseren dat het een positief effect heeft op het leren en de ontwikkeling van leerlingen/kinderen. Daarbij hoort de self-efficacy van iedereen, ook leerlingen/kinderen, ook bij. Self-efficacy, zelfeffectiviteit is het vertrouwen van een mens in de eigen bekwaamheid om met succes invloed uit te oefenen op de omgeving. Je kunt hier ook over teacher-efficacy spreken: de zelfeffectiviteit van elke professional.
Onderwijskunst als een vak
We zijn verleerd om zo naar ons onderwijs te kijken. Het als een vak te zien, waarbij onderwijskunde even belangrijk is als onderwijskunst. Ik durf wel te stellen dat we het onderwijs hebben ontzield, door leerkrachten, onderwijsprofessional, het balanceren op dit wezenlijk evenwicht te ontnemen. Dit niet in tijd en opdracht te faciliteren, waardoor je tot de conclusie kan komen dat goed onderwijs betekent dat je de methode goed uitvoert. Dan ben je ook als onderwijsprofessional alleen aan het consumeren (uitvoeren) en niet aan het produceren (maken). Dat kan de bedoeling niet zijn. Dat past niet bij een ambacht, bij vakmanschap, bij meesterschap. Hoe fijn is het wanneer onderwijsprofessionals door het vormgeven van maakonderwijs weer met de onderwijskunst kant van hun werk in aanraking komen? Met professionals die helemaal in maken en kunst zitten, omdat dit hun ambacht is. De positieve besmetting die hierdoor kan ontstaan en de toename van zelfeffectiviteit door positieve ervaringen binnen dit domein. Zou dat niet mede kunnen leiden tot nieuwe bezieling van het hele vak?
De kracht zit in de herhaling
Qua leren weten we dat je kennis en vaardigheden tenminste 7 keer, op een goede manier, herhaald moet hebben, voordat het in je lange termijn geheugen komt (en dan heb je geleerd). Hier zit een derde reden: die herhaling, het oefenen is dus nodig en kan zoveel meer betekenisvol worden wanneer je dit op verschillende manieren (wel bewust) doet. Grip op het curriculum, doorgaande leerlijnen en leerplannen is hiervoor een voorwaarde. Wanneer dit slim geïntegreerd en gestapeld wordt aangeboden (o.a thematisch onderwijs) ontstaat duurzaam leren met veel plezier. Dat wil toch iedereen?
Maakonderwijs als maatschappelijke game changer
Als laatste denk ik, en ik niet alleen, dat maakonderwijs de maatschappelijke game changer kan zijn. Er zijn in onze samenleving steeds meer materiële, institutionele en culturele redenen waarom mensen niet meer inspannend met elkaar willen samenwerken. Dit creëert een silo effect: mensen blijven op zichzelf en laten zich niet meer betrekken bij problemen waarmee ze niet direct te maken hebben. Dit zorgt voor segregatie, eenzame of monogame bubbels. Samen dingen maken binnen het funderend onderwijs laat de samenbindende kracht zien van het creëren en herstellen. Ook dit is onderzocht. Het maakt duidelijk hoe iedereen ertoe doet en iedereen het verschil kan maken. Je leert te zien dat je elkaar nodig hebt en dat je samen meer weet en kunt. Het maken zorgt dus ook voor een sterk gemeenschapsgevoel. Het draagt bij aan burgerschap, aan een samenleving waar dit gemeenschapsgevoel ondanks de betekenisvolle verschillen er wel toe doet. Aan een leven en toekomst in balans met elkaar.
Creëer ruimte voor de ‘Kunst van het maken’
Dit is mijn pleit voor een goede plek voor ‘de kunst van het maken' in ons funderend onderwijs. Maak het mogelijk. Ga het doen. Ontdek ook zelf weer hoeveel plezier het geeft om dingen te maken. Plezier ook om de fouten die je maakt. Die fout maakt dat je ‘je product’ kunt en wilt verbeteren, wat uiteindelijk een mooi resultaat en prachtige leerervaring oplevert. Ik ben nu alweer blij dat ik dit heb opgeschreven. Schrijven is denken. Schrijven maakt dingen deelbaar. Ik hoop dat ik mijn inzichten heb kunnen delen.